In 1964 werd de jonge Berlijnse Julia Welling geparachuteerd in Beieren, waar ze een kindertehuis moest oprichten en runnen. Getraumatiseerd door een nazi-vader, verdedigt ze twintig jaar later de waarden van de democratie en wil ze dat kinderen als volwaardige personen worden behandeld. Julia slaagt erin een gastvrij weeshuis op te zetten, maar een gewelddadige boer steekt het gebouw in brand om haar te straffen omdat ze haar zoon heeft beschermd.